tijd: voorbereiding 0 | bereiding 0 | totaal 0 | 0 porties | ||
Toen ik een jaar of 4 was, stond ik op een keukenstoel naast mijn moeder aan het aanrecht in Dublin. Ze liet me zien hoe ze soda bread maakte. Ze goot het meel in een kom, voegde baking soda en wat zout toe en terwijl ik met een pollepel in de kom mocht roeren, goot zij er karnemelk bij. De zure melk was nodig om het rijsmiddel te activeren. Ze schepte het beslag op een bakplaat en liet me er, volgens Iers gebruik, een kruis in snijden: om de feeën eruit te laten. We schoven het ongebakken brood de oven in en gingen ons aankleden voor het ontbijt. Mijn moeder heeft me veel geleerd omdat ze wilde dat wij – mijn zus en ik – zelfvoorzienend waren. Dat we zelf ons eten konden bereiden, op de naaimachine onze kleren konden naaien of repareren en wisten hoe we een hamer, zaag en nijptang moesten vasthouden. Als we naar het strand gingen en wij al onze poppen wilden meenemen, moesten we ze zelf slepen. Daar kregen we weleens spijt van als we later in Nederland het hoge duin bij Parnassia op moesten klauteren. Jammerend volgden we haar omhoog. ‘Stap maar in mijn voetstappen’, zei ze dan, ‘dat maakt het lichter.’ En verrek, het hielp: binnen no time waren we dan boven. Ik heb lang in haar voetstappen gelopen, ook vaak expres eraf gestapt natuurlijk, want ik was geen braaf kind. Maar ik volgde haar stappen wel terug naar Ierland, waar ik nu weer half woon en waar mijn moeder, inmiddels bijna 80, kwam logeren. Samen bakten we ’s morgens brood. Haar recept heb ik inmiddels geperfectioneerd: ik maak het al jaren, bijna elke ochtend, blindelings. Er is geen bakker in de buurt, dus we zijn zelfvoorzienend. Ik voegde eieren en steeds meer karnemelk aan haar recept toe om het brood zachter en houdbaarder te maken. Zo blijft het, gewikkeld in een schone theedoek, zeker nog een dag of twee goed. Ik rijd om voor het lekkerste meel, de beste karnemelk. Het maakt echt uit. Na het ontbijt gingen we samen wandelen langs de zee, in de Ierse lentezon. We liepen door de duinen terug. Soms waren die ineens onverwacht hoog. Mijn stoere moeder probeerde dan niet te jammeren, want haar knieën spelen haar parten bij klimmen en dalen, tot haar eigen grote ergernis. ‘Stap maar in mijn voetstappen’, zei ik, en verrek, dat hielp. |
||
Mijn soda bread 250 gram patentbloem 1 theel. baking soda 1 theel. zout 2 eieren 400 ml karnemelk |
||
Meng alle droge ingrediënten in een kom. Klop de eieren met de karnemelk in een kan los. Giet ze bij de droge ingrediënten en meng heel kort. Giet het beslag in een ingevette cakevorm (1,5 l). Het is best vloeibaar, maar daar krijgt u straks een zalig zacht brood door. Bak het ongeveer 35 minuten (afhankelijk van de grootte van de bakvorm) in een voorverwarmde oven op 180 graden. Kiep het brood na het bakken direct uit de vorm en laat afkoelen in de restwarmte van de oven, als u daar tijd voor heeft. Dan wordt de korst extra krokant. Zelfgemaakte boter 250 ml crème fraîche Optioneel: 1 theel. (Maldon) zoutvlokken of ¼ theel. zeezout Klop de room met een mixer, net zo lang totdat de room eruitziet als roerei: klontjes boter drijvend in natte wei. Giet alles door een schone theedoek die u in een vergiet heeft gelegd. Vang de wei (het vocht) op, daar kunt u ook heel prima sodabrood mee bakken. Wring de boter goed uit. Kneed hem daarna in een kom ijswater, net zo lang totdat het water helder is. Dat is meestal na twee of drie baden. Goed spoelen is belangrijk, want als er nog sporen wei in de boter zitten, zal de boter snel ranzig worden. Kneed het zout er na de laatste beurt door. Laat houten spatels weken in een bak water en gebruik ze om een mooi blokje boter te vormen. Pak uw boter in bakpapier en bewaar hem in de koelkast. Hij blijft zeker twee weken goed. Opmaaktips |
||
yvette van boven | ||
oven | ||