In kookboeken vind je veel versies van dezelfde klassieker. Er zitten erwten, peen, knolselderij en prei in, maar ook hamschijven, varkenspoten, rookworsten en buikspekken. De soep moet zó dik zijn dat de lepel rechtop in de pan blijft staan.
Als je tegenwoordig in een gemiddelde stad ouderwetse snert met varkensvlees maakt, kan de helft van de mensen ’m niet eten, vanwege religie, allergie of dieet. Dat kun je geen ultiem recept noemen. Zeker niet voor soep, die is bij uitstek bedoeld om te delen.
Mijn oplossing: snert zonder vlees. Dat kan prima. Vroeger was vlees wellicht nodig voor een lekkere bouillon, maar tegenwoordig hebben we puike bouillonblokjes.
Maar hoe krijg je dan die extra hartige en rokerige smaak aan je snert? Kook de uien niet mee, maar karamelliseer ze. Voor extra umami en een iets rokerige smaak neem ik gerookt paprikapoeder. Maak de soep een dag van tevoren, dan is hij nog lekkerder.
Serveer met roggebrood. Als u wilt kunt u er apart rookworst of uitgebakken spekjes bij serveren. Die zijn er zowel in vlees als in vega, dus voor elk wat wils.
voor 4 liter
Was de spliterwten en breng ze met 3 liter water en de laurierblaadjes in een ruime soeppan aan de kook. Laat ze minstens 45 minuten zachtjes sudderen. Snipper ui en knoflook en bak die in een scheut olijfolie op een heel zacht vuur gaar en bruin. Voeg na een halfuur het gerookt paprikapoeder toe, roer en laat de uien verder karamelliseren tot ze in de soep kunnen.
Schil wortel, aardappel en selderijknol en snijd ze in dobbelsteentjes van maximaal een centimeter. Halveer de prei, was het zand eruit en snijd in halve boogjes. Hak de steeltjes van de selderij en peterselie fijn.
Verwijder de laurierblaadjes uit de pan. Voeg alle gesneden groenten en kruidensteeltjes toe met bouillonblokjes voor 3 liter bouillon en flink wat peper uit de molen. Laat de soep nog minstens een half uur pruttelen. Hak de peterselie- en selderijblaadjes, voeg met de gebakken uien toe. Roer goed en breng op smaak met zout en peper.