(klik op het plaatje om het te vergroten)

Japanse Ramen
tijd: voorbereiding 0 | bereiding 2 | totaal 2 | 4 porties
Na een paar bezoekjes aan Japan en het eten in een van de vele kleine locale eetgelegenheden ben ik verslaafd geraakt aan hun heerlijke eten.
Ingredienten voor vier personen 250 gr gedroogde ramen ( eiermie ) Voor de bouillon 4 lente-uien 7,5 cm verse gemberwortel, in vieren 2 rauwe kipkarkassen, gewassen 1 grote ui, in vieren 4 tenen knoflook, gepeld 1 grote wortel, grof gehakt 1,2 dl sake 2 el sojasaus 1/2 tl zout Voor de cha-siu ( geroosterd varkensvlees) 500 gr varkensschouder, ontbeend ( of varkensrollade ) 2 el plantaardige olie 2 lente-uien, gehakt 2,5 cm verse gemberwortel, geschild en in plakjes 1 el sake 3 el sojasaus 1 el basterdsuiker Voor de garnering 2 hardgekookte eieren 150 gr. menma ( bamboe scheuten ) 30 minuten geweekt en uitgelekt 1/2 vel nori, in stukjes gebroken 2 lente-uien, gehakt Witte peper Sesamolie of chiliolie
Bereiding Ramen. 1) Maak eerst de bouillon: Kneus de lente-uien en gember door er met een deegroller op te slaan. Giet 1,5 liter water in een wok en breng het aan de kook. Voeg de karkassen toe en kook ze tot het vlees verkleurt. Gooi het water weg en was de karkassen onder koud stromend water. 2) Was de wok af en breng hierin 2 liter water aan de kook. Voeg de karkassen en de rest van de ingredienten voor de bouillon toe, behalve de sojasaus en het zout. Draai het vuur laag en kook de bouillon langzaam tot de helft in, terwijl u het oppervlak regelmatig afschuimt. Zeef de bouillon door een met neteldoek beklede zeef; dit duurt 1 à 2 uur. 3) Maak de cha-siu: Rol het vlees strak op en bind het vast met keukentouw. 4) Was de wok af en droog hem op een hoog vuur. Verhit de olie in de wok tot hij gaat walmen en voeg de gekneusde lente-ui en gember toe. Bak het even kort en braad dan het vlees rondom bruin aan 5) Besprenkel het vlees met sake en giet 4 dl water, de sojasaus en de suiker over. Breng aan de kook, draai het vuur laag en dek de wok af. Kook het vlees 25 à 30 minuten en keer het elke 5 minuten. Neem de pan van het vuur. 6) Snijd het vlees in 12 dunne plakken. ( nadat het even heeft gerust, koud vlees snijdt gemakkelijker.) Gebruik een restje voor een eventuele ander gerecht. 7) Pel en halveer de gekookte eieren en bestrooi de dooiers met wat zout. 8) Giet 1 liter bouillon uit de wok in een grote pan en breng hem aan de kook. Voeg het zout en de sojasaus toe, proef even en voeg eventueel meer sojasaus toe. 9) Was de wok opnieuw af en breng er 2 liter water in aan de kook. Kook de noedels volgens de gebruiksaanwijzing tot ze net zacht zijn, onder voortdurend roeren, anders gaan ze aan elkaar plakken. Zodra het water begint te borrelen voegt u 50 ml koud water toe. Laat de noedels goed uitlekken en verdeel ze over 4 kommen. 10) Giet de bouillon over de noedels en garneer ze met een half ei, varkensvlees, menma en nori, en strooi de lente-ui eroverheen. Serveer er peper en sesamolie of chiliolie bij.
naar de bron-site

terug